Wees op uw hoede voor de afgoden

1 Joh. 5:21

In 1 Joh. 2:15 vinden we een aanduiding van wat afgoden gewoonlijk zijn: “hetgeen in de wereld is.” Dat klopt met Paulus’ uitleg: “hebzucht, die niet anders is dan afgoderij.” Datgene waar je een ‘zucht’ naar hebt, waar je ‘ziek’ van bent als je ze niet kunt hebben, krijgen of aanschaffen, dat zijn afgoden.

We hebben in Fil. 3:18-19 nog een bitter ernstig voorbeeld van afgoderij: “Hun einde is het verderf, hun god is de buik, zij zijn aardsgezind.” Je kunt zoveel van lekker eten houden en dat zo verheerlijken, dat de buik, d.w.z. uitgebreid lekker eten, je god wordt. Paulus had het hun dikwijls gezegd, maar nu weende hij daarover van verdriet, vs. 18.

En dat stemt overeen met wat hij in Rom. 1:25 schrijft: “Ze hebben het schepsel vereerd boven de Schepper.” Het allermeeste geld gaat naar de afgoderij! Dat is juist de reden waarom het niet mogelijk is om geld en tegelijk ook God lief te hebben!

De grote profeet Jesaja heeft hier ook ernstig over gesproken. Jes. 2:21-22 en 3:16-24. In 2:18 staat, volgens de Noorse Bijbelvertaling: “En de afgoden – daarmee is het helemaal voorbij.” Namelijk op de dag dat de toorn en het oordeel van God over dat alles zal worden geopenbaard. Vers 12.

Maar nu is Jezus gekomen met een volkomen verlossing van al die wijdverbreide ellende! Dus nu hebben wij alle mogelijkheid dat het helemaal voorbij is met al die afgoden in ons leven! Geloofd zij God met diep ontzag!

Devotional

In het artikel “Hoed je voor de afgoden” noemt Aslaksen verschillende voorbeelden van afgoden. Wanneer wordt iets een afgod voor je?

You have to log in if you want to save your answer.